Kustmatig Opfokken
De kuikens uit de broedmachine en gekochte eendagskuikens moeten we kunstmatig opfokken, dit is eenvoudiger dan dan kunstmatig uitbroeden.
Voor de verwarming kunnen we het beste een donkerstraler gebruiken, dat is een warmtelamp die geen licht geeft.
De lamp wordt in een opfokruimte verstelbaar opgehangen.
Een aantal foto's van deze lampen staat op de pagina broedmachine.
We meten de warmte onder de lamp op de bodem. We beginnen met 95 graden F en hangen de lamp iedere week een stukje hoger, zodat de temperatuur wekelijks enkele graden daalt.
Als de kuikens rustig onder de lamp zitten, dan is de warmte goed. Als ze op een afstand van de lamp zitten is het te warm en is de lamp te koud dan verdringen ze zich onder de lamp al piepend.
De kuikens verblijven niet de gehele dag onder de lamp, ze vinden het ook prettig om een koelere plaats in de opfokruimte te hebben.
Het water en het voer plaatsen we op enige afstand van de warmtelamp.
We houden het strooisel kurkdroog en brengen diverse malen een schone laag aan.
Hierdoor verkomen we coccidiose, de meest gevreesde kuikenziekte.
Als de jonge dieren ongeveer drie maand oud zijn, hebben ze een zekere weerstand tegen deze ziekte opgebouwd.
De Kloek en de Kuikens
Als de kuikens uit het ei zijn gekropen, zal hun eerste nog wat wankelijke gang in de richting van de kloek zijn, die hen al van ver roept.
De eerste paar dagen blijven de kuikens gewoonlijk nog wel onder moeders veren zitten, omdat hun behoefte aan warmte groter is dan hun behoefte aan voedsel.
De tweede dag begint de kloek al eens wat te lopen en kuikens komen uit de veren.
Heel voorzichtig kijken ze eens naar elkaar en zien we hoe de eerste vlugge kuikens op zoek zijn naar voedsel, en zo beginnen de eerste voedseloefeningen.
Soms ziet men al een kuiken in de grond krabben.
We zetten voor de kuikens speciale drink en voederbakjes neer, die zodanig zijn gemaakt dat de kloek er niet in kan krabben.
De drinkbakken zijn ook niet te diep want anders zouden de kuikens kunnen verdrinken.
Ook houden we het hok goed schoon en zorgen regelmatig voor vers drinkwater en goed voer voor de kloek en haar kuikens.
De kloek laten we ongeveer 6 weken bij de kuikens.
Opfokvoer
Het voer voor de kuikens halen we bij een goede dierenspeciaalzaak of een andere vertrouwde leverancier.
Tegenwoordig is hier een beginvoer voor en dat is opfokvoer I.
De kuikens krijgen dit totdat ze negen weken oud zijn.
Hierna verstrekken we overgangsvoer dat is opfokvoer 2 totdat de kuikens ongeveer 16 weken oud zijn.
De overgang van het ene voer op het andere moet geleidelijk aan gaan.
We mengen dan het opfokvoer I met het overgangsvoer (opfokvoer 2) en geven dit mengsel de kuikens een week te eten, waarna ze het onvermengde overgangsvoer (opfokvoer 2) kunnen krijgen.
Op en leeftijd van 16 weken gaan we voor het eerst over op het gewone hoedermeel.
Als de kuikens een week oud zijn kunnen we voor het eerst wat groenvoer geven zoals andijvie, boerenkool of sla.
Het groenvoer moet afgewassen en vers zijn en kan het beste worden opgehangen om bevuiling tegen te gaan.
Het is aan te bevelen de kuikens een beetje rivierzand te geven hieruit pikken de kuikens fijne steentjes, die ze nodig hebben voor hun spijsvertering, omdat kuikens en kippen met deze fijne steentjes in hun spiermaag het voer vermalen.
Als de kuikens groeien hebben ze meer ruimte nodig en worden ze verplaast naar een groter hok.
De legrijpheid van de jonge hennen valt als ze vijf en halve tot zes en een halve maand zijn.
Als je meer over het broeden wilt weten dan is Broedpagina.nl zeker de moeite waard
om eens te bezoeken, hier vind je echt alles over het broeden en de opvok van kuikens.